1. Home
  2. Wetenschap en blogs
  3. Onderzoek naar begeleiding na een maagverkleining

Onderzoek naar begeleiding na maagverkleining

Wetenschap

14-12-2023: Begeleiding na maagverkleining: patiënt is goed voorbereid, maar wil langer en flexibeler natraject.

Een maagverkleining kan mensen met ernstig overgewicht helpen om gewicht te verliezen. Maar zo’n bariatrische ingreep is slechts een onderdeel van de weg naar betere gezondheid: een passende leefstijl, voeding en eetgedrag zijn essentieel voor blijvend gewichtsverlies of gewichtsbehoud. Daarom krijgen veel patiënten rondom de ingreep begeleiding van een diëtist of psycholoog. Nadia Botros onderzoekt hoe mensen dit begeleidingstraject ervaren en hoe het nog beter kan.

Jaarlijks ondergaan twaalfduizend mensen met ernstig overgewicht bariatrische chirurgie (een maagverkleining) in Nederland. Vitalys kliniek tegen overgewicht, onderdeel van Rijnstate, behandelt 1500 patiënten uit die groep. Zij worden zowel voor als na de operatie begeleid door de arts en verpleegkundige, maar ook door een diëtist en psycholoog. Zo hoopt de kliniek patiënten na de ingreep een blijvende verandering te geven in leefstijl, eetgedrag en voeding, voor een betere gezondheid. Patiënten volgen een groepstraject van vijf weken vóór de operatie tot negen maanden erna. Hierna controleert het medisch team de patiënten jaarlijks gedurende 5 jaar. De ondersteuning die patiënten krijgen rondom een bariatrische ingreep varieert echter per kliniek in Nederland. Onderzoeker Nadia Botros wil het traject van Vitalys daarom evalueren met de patiënten. Ze doet dat als promovendus bij Vitalys en de vakgroep Humane Voeding en Gezondheid van Wageningen Universiteit & Research. “Het is nog onduidelijk wat goede support rondom een maagverkleining inhoudt. Welke aspecten van die begeleiding vinden mensen nou helpend om zich voor te bereiden op de operatie en te werken aan hun gezondheid? Er is meer nodig om de support te verbeteren naast de focus op gezondheidsuitkomsten zoals gewichtsverlies. Ik wil weten wat er gebeurt in het proces, waarin mensen zich aanpassen aan de nieuwe situatie na de operatie en werken aan hun gezondheid.” Ze onderzoekt daarom in welke mate patiënten het traject als passend ervaren, wat ze waarderen en waar het volgens hen beter kan. Voor haar onderzoek interviewde Botros vorig jaar 21 mensen die aan het traject deelnamen, verspreid over twee focusgroepen en elf individuele gesprekken. De deelnemers bevonden zich in verschillende fases van het programma, om zo mogelijke variatie in ervaringen over tijd te peilen. Ongeveer driekwart van de deelnemers was vrouw – vergelijkbaar met de verdeling in de landelijke populatie die bariatrie ondergaat. De leeftijden liepen uiteen van 31 tot 64 jaar.

Goede voorbereiding en ondersteuning bij adviezen

Volgens veel deelnemers bereidde het voortraject hen goed voor op de operatie. Dan gaat het onder andere om het vooraf oefenen met voedingsaanbevelingen. “Na de operatie krijgen patiënten het advies om zes maaltijdmomenten met kleine porties op een dag te plannen, omdat ze geen grote porties kunnen eten”, vertelt Botros. “Ook is dan het advies om eten en drinken te scheiden met minstens een half uur ertussen, om darmklachten te voorkomen. Met die aanbevelingen oefenden ze voor de operatie.” Een ander pluspunt voor de toepasbaarheid vonden deelnemers dat ze aan de slag gingen met een maaltijdplanning uitwerken en aandacht besteedden aan voedselkeuzes die goed passen na een maagverkleining. In de groepssessies voor en na de operatie gingen ze met de dagplanning aan de slag met een diëtist en psycholoog. Ook gingen ze aan de slag met voedselkeuzes te maken binnen de Schijf van Vijf, erop lettend dat ze voldoende eiwitten en vocht binnenkrijgen. Deelnemers benoemden de waarde van diverse sociale onderdelen van de ondersteuning. Voorafgaand aan de operatie komt bijvoorbeeld een ervaringsdeskundige langs in de groep. “Mensen gaven aan dit waardevol te vinden voor de verwachtingen na de operatie. Wel vonden veel deelnemers dat er meer aandacht mocht zijn voor negatieve ervaringen en complicaties, zoals buikklachten.” Dat een ervaringsdeskundige dit vertelt is daarbij van toegevoegde waarde. “Een deelnemer noemde dat dit anders is dan dat alleen een zorgprofessional de complicaties en problemen uitlegt”, vertelt Botros. “De ervaringsdeskundige heeft het zelf meegemaakt, het maakt duidelijk wat dit echt in het dagelijks leven betekent.” Naast de ervaringsdeskundige, werd bij een van de sessies ook een naaste van elke patiënt betrokken. Dit werd gewaardeerd, omdat deze persoon hierdoor beter weet wat belangrijk is na de operatie.

Groep geeft steun, maar minder gepersonaliseerd

Deelnemers noemden zowel positieve als negatieve kanten van ondersteuning in groepssessies, merkte Botros uit de interviews. “Deelnemers noemden steun aan elkaar te kunnen hebben en een gevoel van herkenbaarheid onderling. Mensen gaven elkaar tips en tricks in de praktische uitwerking van de voedingsrichtlijnen, bijvoorbeeld om een bepaalde kwark te proberen, een actie op eiwitrijke producten, of een restaurant waar je kleine porties voor een lagere prijs krijgt na een maagverkleining. Sommigen waardeerden ook humor onderling en een aantal mensen zei ook na het groepstraject met sommige groepsgenoten in contact te blijven. Dat kon steun geven.” De keerzijde van het werken in groepen was dat niet iedereen dezelfde behoefte had tijdens de sessies. “Niet elk onderwerp is even relevant voor ieder persoon, en sommige geplande onderwerpen kregen minder aandacht in een groepsgesprek dan een deel van de mensen wenste” vertelt de onderzoeker. “Deelnemers uitten verschillende behoeften aan voedings- en psychologische begeleiding en de intensiteit daarvan. Het lijkt erop dat een combinatie van groepssessies en meer gepersonaliseerde begeleiding het beste uit beide kan bieden. Vitalys denkt erover na hoe ze dat kunnen vormgeven en wat een goede balans is.”

Behoefte aan langer, flexibel natraject

Naast een balans tussen groepssessies en individuele begeleiding, zien de geïnterviewden ruimte voor verbetering in de duur van het traject. Liever zien ze de begeleiding na de operatie verspreid over een langere tijd dan de eerste negen maanden. “Het eerste jaar na operatie wordt ook wel de ‘honeymoon period’ genoemd”, vertelt Botros. “Daarin verliest de patiënt relatief het makkelijkst gewicht door de maagverkleining. Daarna worden leefstijl en gedrag steeds belangrijker, maar juist dan mist de patiënt ondersteuning, noemen verschillende deelnemers. Het is bekend dat na die periode mensen kunnen aankomen. Sommige deelnemers noemden na dit eerste jaar toegang tot begeleiding te wensen, een enkeling noemde tot 2 jaar na de operatie.” Dat langere, meer flexibele natraject is een van de eerste dingen waarmee de onderzoeker aan de slag wil gaan in vervolgonderzoek. Daarnaast wordt gekeken hoe het programma persoonlijker kan, met mogelijk een verplicht deel en een deel waar mensen samen met een professional bepalen wat voor hen belangrijk is. “Tijdens het onderzoek kwam naar voren dat patiënten verschillende behoeften hebben voor ondersteuning, waarbij verschillen in het type operatie, leeftijd en geslacht kunnen meespelen”, aldus Botros. “Daarom vraagt de begeleiding om een meer gepersonaliseerde aanpak.” Zo hoopt ze dat de begeleiding in de toekomst nog beter aansluit bij de behoeften van individuele patiënten.

Dit is een artikel van Alliantie Voeding in de Zorg.